Vandaag vertel ik je wat een mini junk journal is en hoe je er heel eenvoudig zelf eentje kunt maken.
De naam zegt het eigenlijk al: het is een journal –logboek– met daarin een hoop junk –rotzooi-. En dat dan in een kleine uitvoering. Want ik ben dol op mini! Het komt er op neer dat je je verzameling (rest)papiertjes tevoorschijn haalt en wat leuks bij elkaar zoekt. Alles kan!
Verder heb je nodig:
- schaar
- liniaal (om mooie randen langs te scheuren)
- priknaald
- naald
- naai- of borduurgaren
- eventueel alfabetstempels en stempelinkt geschikt voor het materiaal waar je op wilt stempelen
- eventueel een leuk plaatje (uit een prentenboek of tijdschrift) voor de voorkant
Ik besloot een kleine variant van ongeveer 5×5 centimeter te maken, maar je kunt natuurlijk helemaal zelf bepalen hoe groot je hem maakt.
Wat je doet is allerlei papiertjes in de juiste maat scheuren en/of knippen. In mijn geval zo’n 10 bij 5 centimeter. Daarbij is het leuk om wat te variëren in hoogte en lengte. Dat maakt het wat speelser. Ik zorgde er wel voor dat mijn papier niet buiten de kaft uitstak. Maar als je dat wel leuk vindt, moet je dat vooral lekker doen, haha. Het is jouw boekje tenslotte!
Wissel de verschillende soorten papier een beetje af. Ik gebruikte handgemaakt papier dat er al eeuwen lag en waarvan ik nooit wist wat ik ermee kon, vellumachtig papier, ruitjespapier uit een Flow Weekly en wat gekleurd papier. Bruin craftpapier is ook altijd leuk en papier uit een boek met tekst. Leef je uit! Ik gebruikte ongeveer tien papiertjes per boekje zodat het niet te dik werd.
Voor de kaft gebruikte ik een stukje halftransparante vellum met een opdruk van blaadjes met daaronder een mooi plaatje uit een prentenboek (uiteraard :-)). Stempel eventueel iets op je kaft. Ik koos een woord dat ik mooi bij het plaatje vond passen.
Als je je boekje compleet hebt, lijn dan alle papiertjes uit op het midden van de kaft. Dan steken ze onder of boven niet uit en weet je zeker dat je ze mee vastnaait. Ik zette het geheel vast met een paar klemmetjes zodat het niet meer kon verschuiven. Vervolgens prikte ik met een naald drie gaatjes in de middenvouw: eentje in het midden, eentje ongeveer een halve centimeter daarboven en eentje ongeveer een halve centimeter eronder. Je kunt dit precies opmeten, maar dat vind ik niet zo nodig. Als je een groter boekje maakt, is het zinvol om de gaatjes wat verder uit elkaar te maken of er wat meer te maken. Ik maakte de gaatjes met een priknaald iets groter.
Vervolgens pak je naald en draad en naai je alles aan elkaar. Goed aantrekken en met een driedubbel knoopje vastzetten. Kijk zelf even of je het mooier vindt om de einddraadjes aan de buitenkant of aan de binnenkant te hebben. Ik maakte beide varianten. Allebei leuk!
Nou vraag je je misschien af: En wat kun je daar dan mee, met zo’n junk journal? Goede vraag!
Je kunt ze gebruiken als papiervoorraadje voor als je in je (grotere) journal gaat werken. Dan scheur je simpelweg de papiertjes eruit om te gebruiken als ondergrond of voor een kleine collage. Je kunt ook het draadje losknippen waardoor je wat grotere papiertjes hebt. De boekjes zijn ook erg leuk om mee te sturen in een snailmail naar een van je penvriendinnen of om aan een cadeautje te hangen. Zelf vind ik het leuk om ze te gebruiken om echt in te journalen. Ik wil er in mei eentje meenemen op vakantie en hem gaan gebruiken als vakantiedagboekje. Beetje in schilderen, plakken en schrijven. Best een uitdaging omdat hij maar 5×5 centimeter is. Maar als het me lukt, maak ik er een nieuw blogbericht van. Stay tuned!