Het is 10 november. Ik heb me voorgenomen om vandaag bewust te leven. Te kiezen wat ik wil doen en dat dan ook echt te doen. Ik vinkte al wat dingen van het lijstje.
De zon schijnt. Het is ongekend warm voor november. Ik besluit het kleine blauwe klapkrukje uit de keuken te pakken en in de voortuin mijn thee op te drinken.
Ik zit met mijn rug en hoofd tegen de muur van ons huis. Mijn voeten staan stevig op de grond. Ik sluit mijn ogen en voel de warmte van de zon op mijn lichaam en op mijn gezicht. Een heel zacht warm briesje streelt mijn wang. Links van me hoor ik vogels fluiten alsof het lente is. Eentje heel dichtbij en een andere wat verder weg. Ik hoor in de verte de autoweg. Oh, rechts van me hoor ik nu ook een vogel. Ik hoor de buurvrouw rommelen in haar tuin. En iemand klussen verderop. Ik hoor de zware brom van een vliegtuig heel hoog in de lucht. Als ik even mijn ogen opendoe omdat ik vlakbij me iets hoor, zie ik de rode kat van de buren voorbijlopen op het trottoir. Hij ziet me niet. Heel af en toe rijdt er een auto door de straat die even de rust verstoort. De geuren die ik ruik kan ik niet beschrijven, maar het geheel roept herinneringen op aan vakanties in Zuid-Frankrijk meer dan dertig jaar geleden. Wat het vooral bij me oproept is een gevoel van onbezorgdheid, niks moeten en niks hoeven. Zorgeloos zijn.
Ik drink mijn thee en geniet.